
Het rabarberseizoen is officieel van mei t/m juli, maar soms zijn deze friszure stengels ook wat eerder tot wat later verkrijgbaar. Van rabarber maak ik het liefst een crumble, want die kun je de hele dag door eten (als ontbijt, lunch, tussendoortje of als toetje). Deze is mijn favoriet.
Je hebt nodig
500 gram rabarber
200 gram aardbeien
1 banaan
3 el kokosbloesemsuiker
1 el kaneel
100 ml water
Voor de crumble
100 gram havermout of havervlokken (of 50/50)
5 el gesmolten kokosolie
rasp van 1 citroen
3 el ahornsiroop
2 handjes hazel- of pecannoten in grove stukken
snuf zout
Zo maak je het
Was de rabarber en snijd de uiteinden van de stengels af. Snijd vervolgens in stukken en doe in een pan. Voeg 100 ml water toe en breng aan de kook. Laat de rabarber op een laag vuurtje zacht worden met het deksel op de pan.
Prak ondertussen de banaan, was de aardbeien en snijd ze in stukjes.
Doe voor de crumble alle ingrediënten in een kom en meng goed door elkaar.
Verwarm nu je oven voor op 180 graden.
Als de rabarber helemaal zacht is, voeg je de geprakte banaan en aardbeien toe in de pan. Doe ook 3 el kokosbloesemsuiker en 1 el kaneel erbij en meng voorzichtig door elkaar. Laat het nog heel even doorkoken en zet dan het vuur uit.
Pak een ovenschaal en giet het rabarber-aardbei-banaanmengsel erin. Verdeel het crumble-mengsel over de rabarber. Zet in de oven voor 30 minuten of totdat de crumble goudbruin is geworden. Laat even afkoelen voordat je het gaat eten. Serveer zo of met een beetje kokosyoghurt.
EET SMAKELIJK!